Vanaf het moment dat je pasgeboren baby in je armen lag, heb je je kindje al flink zien veranderen. Hij of zij heeft vooral vanuit zichzelf verschillende ontwikkelsprongen gemaakt. Je kindje is nieuwsgierig en met jouw aanmoediging zet hij of zij dan kleine en grote stappen. Toch is er één ontwikkeling waarvoor je kindje jou hard nodig heeft: van in de luier naar op de wc plassen en poepen.
Klaar
Bij zindelijk worden draait het vooral om het moment waarop je dreumes daar klaar voor is. Wacht je te lang, dan kan je kindje mogelijk de interesse voor het zindelijk worden weer verliezen. Begin je te vroeg, dan maak je het voor jullie beiden onnodig moeilijk. Meestal zijn kinderen met 1,5 jaar het meest vatbaar om de luier te verruilen voor het potje. Zij kunnen op deze leeftijd de druk op hun blaas bewust gaan voelen en de plas ophouden totdat zij op de wc of het potje zitten. Zorg er vooral voor dat je kindje zich veilig voelt. Het loslaten van je eigen plas en poep kan intiem en soms ook best spannend zijn. Een ontspannen sfeer terwijl je voor het eerst op de wc zit, is dan wel zo prettig.
Liefdevol
Ook belangrijk: neem de tijd, wees consequent in de aanpak die je kiest en ga je kindje niet straffen als het een keer niet lukt. Elke ontwikkeling gaat met vallen en opstaan. Het fijnste voor je kindje is duidelijkheid. Werk dan ook samen met diegene die voor hem of haar zorgt als jij er niet bent. Zo kunnen jullie dezelfde aanpak aanhouden, waardoor je kindje weet wat wanneer de bedoeling is. Gemiddeld zijn kinderen tussen de 2,5 en 3 jaar zindelijk, maar elk kind is anders en maakt ook op dit vlak een eigen ontwikkeling door. Ervaringen in het leven van je kindje kunnen daarbij van invloed zijn op hoelang het duurt voordat hij of zij zindelijk is. Zo kan een dramatische gebeurtenis zorgen voor terugval of vertraging. Het zien van zindelijke vriendjes kan juist het proces versnellen. Het is het allerbelangrijkst dat je kindje zich fijn kan voelen, met jouw liefdevolle ondersteuning.
Op naar het potje: tips
- Zorg voor vaste plasmomenten: bij het opstaan, rond 10:00 uur, met de lunch, in de middag, rond het avondeten, voor het slapengaan. Tussen de plasmomenten kan je kind in het begin een luier aan blijven houden ter bescherming.
- Zorg voor vaste drinkmomenten en laat je kind ook voldoende drinken. Dit is ongeveer 5 tot 7 glazen per dag, afhankelijk van de leeftijd. Verdeel deze glazen goed over de dag (in de ochtend, rond 10:00 uur, bij de lunch, in de middag). Hierbij kun je ‘een glas is een plas’ aanhouden.
- Zorg ervoor dat je kind in de avond niet te veel drinkt en vermijd in de avond dranken die leiden tot meer plassen. Een glaasje water voor het slapen moet kunnen.
- Let op een goede houding tijdens het plassen. Zorg ervoor dat je kind rechtop zit, handen op de knieën en voeten op de grond of op een voetenbankje (regel dat er altijd een voetenbankje in de buurt van de wc is, zodat je kind dit kan pakken). Op deze manier is de bekkenbodem ontspannen. Laat je kind vervolgens lekker relaxed compleet uitplassen.
- Ook voor jongens geldt: zittend plassen.
- Wees positief en benoem de vooruitgang. Een kalender met een beloningssysteem kan mogelijk een steuntje in de rug bieden. Beloon je kind bij iedere stap, voor een juiste poging, de inzet of een goed resultaat.
- Geef uitleg aan je kind en neem de druk weg. Straf je kind nooit, blijf vooral in de positieve, warme en veilige sfeer.
- Laat je kind zichzelf verschonen of meehelpen met verschonen, bijvoorbeeld nieuwe kleren pakken en aandoen, lakens verschonen en het bed opmaken.
- Blijf consequent in je aanpak.
- Maak je kind na 2 tot 3 uur slaap wakker om te plassen. Hiervoor hoeft hij of zij niet volledig wakker te zijn. Doe dit maximaal één keer. Blijft je kind in de nacht droog? Stop dan met wakker maken.
Veel plezier en succes!