In onze vorige blog legden we uit wat driftbuien zijn en wat je kunt doen als je peuter een driftbui heeft. Voor je kind en voor jou zou het veel prettiger zijn als je driftbuien kunt voorkomen.
De belangrijkste stap is goed naar je kind kijken. Door je kind te observeren, krijg je inzicht in wanneer je kind driftig wordt en wordt het mogelijk om dat voor te zijn.
- Sommige kinderen krijgen driftbuien als ze heel moe zijn of honger hebben. Is dit zo bij jouw kind? Zorg er dan voor dat je kind voldoende rustmomenten heeft en op tijd eet. Neem je kind niet mee naar de winkel als hij of zij hongerig of moe is.
- Gaat je kind vaak helemaal op in zijn of haar spel? Heeft hij of zij moeite met diverse overgangssituaties? Dan kan het helpen je kind goed voor te bereiden. Vertel wat je gaat doen en waarom je het gaat doen. Leg het uit aan je kind. “Wij gaan over 5 minuten opruimen, zodat wij fruit kunnen eten. Help jij mij dan mee?”, “De 5 minuten zijn bijna om”, “Wij gaan opruimen, zodat wij fruit kunnen eten” en “Leg je de auto’s maar in de bak, die kunnen helaas niet mee aan tafel”.
- Voelt je kind zich snel aangevallen? Vraag je dan eens af of je je vaak op de persoon of het gedrag van je kind focust. Het is beter voor de relatie tussen jou en je kind en voor het welbevinden van je kind als je je correctie of compliment op zijn of haar gedrag en niet op zijn of haar persoon richt. Zeg niet “Jij bent vervelend”, maar “Ik zou het fijn vinden als je zou stoppen met zeuren” en niet “Jij bent lief vandaag”, maar “Wat fijn dat jij me zo goed hebt geholpen met opruimen”.
- Heeft je kind moeite met teleurstellingen? Toon begrip, maar blijf ook duidelijk. Erken het gevoel van je kind.
- Wat meestal ook werkt, is duidelijke grenzen stellen en consequent zijn. Je kind weet dan waar hij of zij aan toe is.
Veel succes!