Driftbuien komen vaak voor bij peuters. Een driftbui of woedeaanval is een vorm van extreme boosheid. Deze ontstaat meestal als je kind gekwetst is of gefrustreerd raakt omdat iets tegenzit of niet gaat hoe hij of zij het gewild had. Boosheid is een normale emotie en hoort er gewoon bij. Het karakter van je kind kan ook een rol spelen. Het ene kind is van nature nu eenmaal temperamentvoller dan het andere.
Wat is een driftbui?
Veel peuters hebben dagelijks een driftbui en groeien er meestal rond 3 of 4 jaar vanzelf overheen. Reden hiervoor is dat de hersenen van een peuter nog niet voldoende ontwikkeld zijn om zichzelf in de hand te kunnen houden. Bij een driftbui heeft je kind vaak geen controle meer over zijn of haar boosheid. De woede neemt het van je kind over. Als dat gebeurt, kan je kind gaan schelden, slaan of schoppen. Dit is boosheid naar anderen. Er kan ook boosheid naar spullen optreden. Iets stuk maken, deuren dichtgooien of tegen iets aanschoppen. De boosheid kan ook op je kind zelf gericht zijn, zoals hoofdbonken, zichzelf knijpen of op een andere manier pijn doen. Tijdens een driftbui kan je kind niet meer rustig nadenken. Het meeste van wat jij zegt komt niet meer bij hem of haar binnen. Het is dan lastig om je kind te kalmeren. De driftbui eindigt vaak als je kind in huilen uitbarst. Een driftbui kan veel energie kosten en is nooit leuk voor je kind.
Wat kun je doen als je kind een driftbui heeft?
-Blijf rustig, geef je kind de ruimte om boos te zijn
-Laat je kind uitrazen, haal je kind uit de situatie en laat merken dat boosheid mag
-Benoem en erken. Boos gevoel mag er zijn, maar leer je kind om zich anders te uiten Bijvoorbeeld “Je mag best boos zijn. Wat ik niet leuk vind, is het gegil. Dat doet pijn aan mijn oren”.
-Stel grenzen, bijvoorbeeld “Spullen zijn niet om mee te gooien, dan gaan ze stuk en daar word ik verdrietig van”.
-Benoem wat je verwacht, zodat je kind houvast heeft, bijvoorbeeld met “Ik wil dat je probeert rustig te worden, haal even diep adem”, “Ik zie dat je boos bent, probeer nu eerst.../ga even op een rustig plekje afkoelen”.
-Leer je kind om te gaan met boosheid en deze op een andere manier te uiten
Is je kind al wat ouder, dan kun je de driftbui op een later moment bespreekbaar maken. Stel vragen zoals “Hoe kon het gebeuren?”, “Wat gebeurde er voordat je zo boos werd?”, “Wat zou je de volgende keer anders kunnen doen?” en “Hoe kan ik je helpen?”. Probeer geen waarom-vragen te stellen. Je kind kan zich dan aangevallen voelen en dichtklappen of in de verdediging schieten.
In onze volgende blog gaan we in op de vraag wat je kunt doen om een driftbui te voorkomen.